Over dit
werk

Object details

Titel: 
Maximiliaan II Emmanuel, keurvorst van Beieren, landvoogd van de Spaanse Nederlanden
Datum: 
1694
Medium: 
marmer
Afmetingen: 
115,5 × 72,5 × 47 cm, 361,5kg
Inventaris nummer: 
678
Inscripties: 
basis, zijkant rechts: G. Kerricx./ Inv et Fecit/ A° 1694

Meer over dit werk

Maximiliaan II Emmanuel, keurvorst van Beieren (1662–1726), was actief op het Europese politieke toneel. Door zijn huwelijk met Theresia Sobieska, dochter van Jan III Sobieski, was hij kandidaat voor de Poolse troon, maar hij verkoos in de Zuidelijke Nederlanden te blijven, waar hij in 1691 tot Spaanse landvoogd was benoemd en in de Spaanse Successieoorlog (1701–1714) de zijde van de Franse koning Louis XIV koos. Hij hoopte zo zijn positie als soevereine vorst van de Zuidelijke Nederlanden te versterken en ambieerde zelfs de Habsburgse keizerstroon. Bij de bezetting van Vlaanderen in 1706 door de Grote Alliantie – het verbond tussen Engeland, de Republiek der Nederlanden, Oostenrijk, Spanje, Savoie, Zweden en enkele Duitse vorsten tegen Frankrijk – werd hij als landvoogd afgezet.
De landvoogd draagt zijn militaire uitrusting, met de maarschalksstaf losjes liggend op zijn linkerarm en op zijn borst de ketting van het Gulden Vlies. Zijn harnas is versierd met miniatuurportretten van ‘goede’ Romeinse keizers aan wie Maximiliaan zich spiegelde. Hij draagt een vorstelijke mantel die is afgezet met hermelijn en fijne kant rond de hals en de polsen. Beeldhouwer Kerricx, die van 1675 tot 1678 in Parijs verbleef, was een meester in het weergeven van dergelijke verfijnde details. Deze sculptuur, een hoogtepunt in zijn oeuvre, kondigt in de Zuidelijke Nederlanden de 18de-eeuwse rococo aan. Het geïdealiseerde karakter, de gekunstelde pose en het raffinement ontleende Kerricx wellicht aan Bernini’s buste van Louis XIV en de Franse hofstijl. Hoe dan ook, vanaf de jaren 1690 streefde Kerricx naar vernuftige effecten, onder meer door zijn figuren te verlengen. Hier realiseerde hij een spiraaleffect, door de hand die zelfverzekerd in de heup ligt, de gedraaide romp en de allongepruik.
Het Sint-Lucasgilde, de opdrachtgever, betaalde Kerricx in 1694 bij de levering van deze marmeren buste het aanzienlijke ereloon van 800 gulden. Een jaar eerder, op 21 februari 1693, had hij het model aan Maximiliaan II Emmanuel voorgesteld, ter gelegenheid van diens bezoek aan de corporatie. Kerricx, toen deken van het Sint-Lucasgilde, verwelkomde de landvoogd op een theatervoorstelling van de rederijkerskamer De Olijftak. Het opgevoerde stuk, Inhout der Vereenigde Consten met de vertrooste Antverpia, was geschreven door de gevierde toneeldichteres Barbara Ogier, Kerricx’ echtgenote. Het feestelijke moment werd door Gaspar Bouttats (1640-1696) vereeuwigd in een gravure naar een ontwerp van Godfried Maes (1649-1700).
Met het borstbeeld wilde de broederschap Maximiliaan II Emmanuel danken voor vier nieuwe vrijbrieven. Hierdoor kon het gilde een nieuwe klas inrichten waar tekenlessen werden gegeven naar modellen in gips. De imposante sculptuur vormt samen met twee andere uit de collectie – Luis de Benavides Carillo, markies van Caracena (Artus Quellinus I, 1675, KMSKA, inv.nr. 701), en Juan Domingo de Zuñiga y Fonseca (Lodewijk Willemsens, 1675, KMSKA, inv.nr. 753) – een geheel van drie portretbustes van gouverneurs van de Spaanse Nederlanden die voor de geschiedenis van het gilde en de academie van belang zijn geweest. Ze stonden opgesteld in de Groote Schilderskamer van het Antwerpse Sint-Lucasgilde in het beursgebouw. Dit borstbeeld stond tegen de oostelijke wand, in het midden van de zaal en met erboven een koepel die was versierd met personificaties van de kunsten in de gedaante van gelauwerde putti. Poëzie droeg een banderol met het opschrift ‘Augusta in facie spirans Mars emicat arte!’, een onmiskenbare verwijzing naar de geharnaste gouverneur. Het baldakijn was ook versierd met eretekens, wapens en schilden, en was bekroond met een slinger waarop ‘Artium Academiae’ (‘Voor de Academie der kunsten’) te lezen stond. Op het oorspronkelijke voetstuk prijkte ook een dankschrift in gouden letters, maar alleen de buste bleef bewaard.

Verwervingsgeschiedenis

Voor de schilderskamer van de Sint-Lucasgilde, Antwerpen, 1694; Ecole Centrale du Département des Deux-Nèthes, Antwerpen, 1798; overgedragen aan het museum door de Ecole Centrale du Département des Deux-Nèthes, 1810.
Restauratie met steun van Fonds Baillet Latour, 2019
overgedragen door: Ecole Centrale du Département des Deux-Nèthes, 1810

Copyright en legaal

Deze afbeelding mag gratis gedownload worden. Voor professioneel gebruik of meer informatie kun je het contactformulier invullen. Lees hier meer.